De deur-aan-deurverkoop in de energiesector krijgt momenteel kritiek, dit op achtergrond van de stijgende energieprijzen. Elke klacht hierover is er één teveel. De leveranciers streven naar een verder verbetering van de kwaliteit en de ethische procedure van dit verkoopkanaal. Dit legitieme verkoopkanaal is wel degelijk waardevol want het bevordert de communicatie met de klant, de marktconcurrentie en draagt zo bij een dynamisch energiemarkt.
Deur-aan-deurverkoop is een legaal verkoopkanaal dat vele sectoren gebruiken. Hierdoor kunnen de energieleveranciers ook klanten bereiken die niet erg actief zijn en niet altijd toegang hebben tot digitale communicatiekanalen.
Een dialoog over energieverbruik en -kosten
Via een persoonlijk gesprek met een klant kunnen energieproducten en diensten uitgelegd worden en vragen beantwoord. De meeste klanten zijn tevreden over de transactie die op deze manier tot stand kwam.
Overheden en regelgevers willen de concurrentie stimuleren
Deur-aan-deurverkoop is één van de verkoopkanalen die energiebedrijven gebruiken om hun producten en diensten aan de man te brengen. Het draagt bij tot een grotere marktliquiditeit en dus tot een stijging van het aantal klanten dat van leverancier of product verandert. De deur-aan-deurverkoop, die een vaak passieve klanten activeert, draagt ertoe bij dat België een van de Europese landen is met het hoogste percentage klant- of productverloop.
Leveranciers hebben geen belang bij ontevreden klanten. Zowel de klant als de leverancier willen een goede commerciële relatie. Als de klant spijt heeft van zijn transactie, heeft hij een herroepingsrecht in de 14 kalenderdagen na de dag van zijn oorspronkelijke verbintenis.
Marc Van den Bosch, general manager FEBEG: « Leveranciers zullen de kwaliteit van de deur-tot-deurverkoop verder verbeteren, want ook al zijn de meeste klanten tevreden, elke klacht is er één te veel. Het is absoluut noodzakelijk dat verkopers zich aan de regels houden en ethisch handelen. De leveranciers zullen daarom de regels aanscherpen en de controles opvoeren. Daartoe zullen zij tegen eind februari een ‘gedragscode’ voorleggen aan het kabinet Energie.”