Vanaf 1 juli bestaan er in Vlaanderen nieuwe mogelijkheden voor het valoriseren van de overproductie van zelf opgewekte (zonne)energie . Sinds 1/1/2022 kan energie reeds worden gedeeld in appartementsgebouwen. Vanaf 1/7/2022 wordt ook het delen van energie tussen verschillende gebouwen van eenzelfde persoon (bijvoorbeeld met het appartement aan zee), eenzelfde organisatie of eenzelfde onderneming mogelijk naast de peer-to-peer verkoop tussen 2 afnemers.
De leveranciers verwelkomen initiatieven om de energietransitie aan te moedigen en zullen hun klanten ondersteunen bij de keuze van de mogelijke oplossingen die erin bestaan om overproductie te valoriseren.
MAAK DE JUISTE KEUZE TUSSEN ENERGIEDELEN EN ANDERE MOGELIJKHEDEN
Heel belangrijk is het dat de actieve afnemers eerst goed afwegen welke manier ze willen toepassen voor het valoriseren van zelfgeproduceerde energie en zoeken naar de methode die hen het beste uitkomt. Indien wordt gekozen voor energiedelen moeten de afnemers zich ervan bewust zijn dat de potentiële besparing beperkt is tot de energiecomponent en dit maximaal ten belope van de afname binnen hetzelfde kwartier van de overproductie en dat de energieleverancier mogelijks specifieke voorwaarden toepast. Daarenboven vervalt voor elke gedeelde kilowattuur ook de terugleververgoeding.
ALLEREERST TE STREVEN NAAR SIMULTAAN ZELFVERBRUIK
De actieve afnemer die overweegt aan energiedelen of peer-to-peer verkoop te doen, dient er zich van bewust te zijn dat het energiedelen alleen een effect heeft op de energiecomponent (de hoeveelheid elektriciteit geleverd door uw elektriciteitsleverancier). De regelgeving voorziet immers dat alle andere onderdelen van de energiefactuur zoals belastingen, heffingen en nettarieven onveranderd dienen te worden toegepast op het gecontracteerde, bruto-volume (werkelijk afgenomen volume).
Primair moet er dus naar gestreefd worden de zelfgeproduceerde energie zoveel mogelijk simultaan zelf te verbruiken, want enkel dan realiseert de consument de grootste besparing: naast de energiecomponent vervallen dan ook alle belastingen, heffingen en nettarieven.
OPTIMALISEER DE PRIJS VOOR UW OVERPRODUCTIE
Het is aangewezen dat een actieve afnemer die aan energiedelen wenst te doen, dit eerst meldt bij zijn betrokken energieleverancier. Zo kan er worden nagegaan of de energieleverancier specifieke voorwaarden toepast in het kader van energiedelen, en wat de impact is op de terugleververgoeding voor de niet gedeelde kilowattuur.
Omdat de potentiële besparing beperkt is tot de energiecomponent en dit maximaal ten belope van de afname binnen hetzelfde kwartier van de overproductie, kan het interessant zijn om ook alternatieve mogelijkheden te overwegen. Dit kan al zonder de bijkomende administratie die nodig is in kader van energiedelen.
- Zo is er geen belemmering om reeds te starten met het installeren van productie-installaties en de opbrengst zelf te verdelen onder de deelnemers zonder tussenkomst van de leverancier. Denken we maar concreet aan het rechtstreeks delen van de terugleververgoeding tussen de verschillende bewoners van een appartementsgebouw. Met dit alternatief kan eenzelfde rendement gegarandeerd worden aan iedereen die de investering heeft gedaan los van zijn eigen afname.
- Ook kan de overproductie eveneens gevaloriseerd worden via een apart leveringscontract bij de energieleverancier naar keuze om zo de beste terugleververgoeding te ontvangen.
NOG HEEL WAT BEPERKINGEN AAN HET MODEL VAN ENERGIEDELEN IN VLAANDEREN
Om snel een antwoord te kunnen bieden aan de vraag om energiedelen te ondersteunen, werd met de marktpartijen een tussentijdse oplossing uitgewerkt in de vorm van een protocol. Op dit moment is het energiedelen dus nog niet geïntegreerd in de marktprocessen en vergt het een volledige manuele verwerking. De verrekening van energiedelen op de factuur is een complex gebeuren en vereist zeer gespecialiseerde resources die dit nu manueel moeten verwerken. Dit manueel proces kan dus een impact hebben op de doorlooptijd voor het aanpassen van de facturaties. Zolang energiedelen een manueel proces is, zal de beschikbaarheid van gespecialiseerde resources een beperkende factor blijven.
De tussentijdse oplossing voorziet ook nog geen aanpassing van de 'sourcing' en 'balancing' processen. Dit maakt dat in praktijk de leverancier verantwoordelijk blijft voor de sourcing van de gedeelde energie, terwijl hij die niet mag aanrekenen conform de afgesproken prijs. Hij blijft ook verantwoordelijk voor de balancing van de gedeelde energie, terwijl het wettelijk voorzien is dat die verantwoordelijkheid bij de actieve afnemer of energiegemeenschap kan liggen.
En tot slot moet de leverancier ook instaan voor de inning van het gereguleerde aandeel van de factuur, ook wat de gedeelde energie betreft. De restleverancier staat immers in voor de inning en facturatie van alle netkosten (incl. ODV), taksen en heffingen en zelfs de certificatenverplichtingen, allen berekend op het bruto-volume. De leverancier draagt dus zo goed als alle risico’s m.b.t. de wanbetaling (op btw en enkele regionale taksen na) alsook de administratieve kosten van de volledige energiefactuur. Nochtans zal de leverancier zelf enkel een kleine resthoeveelheid kunnen leveren en factureren.
Het is dus duidelijk dat met de tussentijdse oplossing de kosten en risico’s die de leverancier moet dragen bijzonder hoog zijn. Een kost die finaal doorgerekend zal worden aan de klant.
AANPASSING REGELGEVEND KADER NODIG: APARTE TOEGANGSHOUDER VOOR HET ENERGIEDELEN
Om van energiedelen een succes te maken is het dus van groot belang dat er een oplossing komt met een evenwichtige spreiding van de kosten en risico’s waarbij de actieve afnemer of energiegemeenschap kan instaan voor de wettelijk voorziene evenwichtsverantwoordelijkheid en de inning van zijn aandeel in het gereguleerde aandeel van de factuur.
- Zonder deze aanpassing ontstaan een aantal kosten verbonden aan energiedelen die op een niet-transparante wijze ten laste dreigen te komen van de andere netgebruikers. Het zou nochtans niet de bedoeling mogen zijn dat energiedelen een voordeel oplevert voor de energiedelers dat door andere netgebruikers, die niet (kunnen) deelnemen aan energiedelen, gedragen moet worden.
- De Vlaamse en Europese regelgeving voorzien al dat de partijen die energie delen ook moeten instaan voor het evenwicht op het net. Daarom pleit FEBEG ervoor om een aparte toegangshouder voor het energiedelen aan te duiden en de allocatie- en facturatieprocessen aan te passen.
FEBEG roept op om zo spoedig mogelijk een duurzame en evenwichtige oplossing voor energiedelen te implementeren die bovengenoemde obstakels moet wegwerken. Zolang die oplossing er niet is en deze niet geïntegreerd is in de marktprocessen, zal het voor de leveranciers moeilijk zijn om energiedelen ten volle te faciliteren.