Persbericht
14 januari 2021

Beslissingen van het Grondwettelijke Hof i.v.m. het Vlaamse decreet van 26 April 2019: Consequentie voor de markt en voor de klanten

De feiten
Het Grondwettelijk Hof heeft in éénzelfde arrest een oordeel geveld over al de ingediende beroepen i.v.m. het Vlaamse decreet van 26 april 2019. Met dit decreet ambieerde de Vlaamse regering onder andere om de steun voor PV- installaties (-10 kVA) te regelen, dit voor verschillende categorieën prosumenten[1] (bestaande installaties, nieuwe installaties vanaf 2021, prosumenten al dan niet met digitale meter enz.).

Hoe evolueerde het steunsysteem voor zonnepanelen (<10 kVA)?
De voorbije jaren hebben heel wat Vlaamse gezinnen geïnvesteerd in eigen zonnepanelen. In het verleden bestond de steun uit 2 elementen, namelijk de groenestroomcertificaten (tot 2015) en de terugdraaiende teller. Voor de nieuwe installaties vanaf 2021 krijgt de prosument een eenmalige investeringspremie (onder bepaalde voorwaarden), wordt hij aangemoedigd om zoveel als mogelijk zelf te verbruiken, en krijgt hij de mogelijkheid om de niet zelf verbruikte lokale productie terug te verkopen aan zijn leverancier (via een terugleveringscontract). Dit is het systeem dat ook van toepassing is op installaties ouder dan 15 jaar en niet meer kunnen genieten van een terugdraaiende teller

Wat heeft het Grondwettelijke Hof beslist?

We betreuren dat het Grondwettelijk hof het beroep van VREG, CREG en de federale overheid heeft aanvaard. Deze beslissing heeft een belangrijk effect op de gezinnen die de afgelopen jaren in zonnepanelen investeerden. Anderzijds heeft de rechtbank beslist de gevolgen te handhaven.

Voor welke prosumenten heeft deze beslissing mogelijk een impact?
Er moet een onderscheid gemaakt worden tussen prosumenten met een klassieke analoge meter en deze met een digitale meter. De klassieke meter kan injectie niet apart meten en dus blijft de terugdraaiende teller hier voorlopig van toepassing tot plaatsing van een digitale meter. Voor prosumenten die zonnepanelen hebben geïnstalleerd tussen 2006 en eind 2020 en die al een digitale meter hebben. Zij die nog geen digitale meter hebben, zullen geïmpacteerd zijn vanaf de plaatsing van de digitale meter. De geïmpacteerde prosumenten zullen vanaf nu geen prosumententarief meer betalen.

Wat is de positie van FEBEG – ODE en Techlink t.o.v. de beslissing van het grondwettelijk hof?

Deze beslissing van het grondwettelijk hof heeft een belangrijke impact op de bestaande installaties. FEBEG – ODE en Techlink zullen de beslissing in detail bestuderen.

In een eerste reactie vragen zij dat de bevoegde overheden snel een overleg opstarten waaraan de FEBEG - ODE  en Techlink graag willen meewerken. Het is belangrijk om op korte termijn een oplossing uit te werken die de betrokken klanten snel perspectief biedt. 

Prosumenten die al een digitale meter hebben vallen in dit geval onder de regeling zoals geldt voor installaties ouder dan 15 jaar of de nieuwe installaties die geplaatst worden vanaf 2021. Ze zullen een terugleveringscontract kunnen sluiten met hun leverancier voor wat betreft de niet zelf verbruikte lokale productie en hiervoor vergoed worden. De producten van de leveranciers die beschikbaar zijn kunnen geraadpleegd worden op de V-Test website van de VREG

De installatie van zonnepanelen volgens de nieuwe regeling blijft een interessante investering  

Via de website van de Vlaamse overheid kan iedereen het potentieel voor de eigen woning bekijken. De prijzen van de PV-panelen zijn verder gedaald, gecombineerd met de investeringssteun[2] en de terugleververgoeding wordt voor een gunstig gelegen dak nog steeds een interessant financieel rendement gehaald. 

FEBEG – ODE en Techlink vragen dat de Vlaamse overheid aandacht blijft hebben voor een stabiel en aantrekkelijk investeringskader en waar nodig bijkomende flankerende maatregelen neemt (bv verbeteren batterijpremie)

FEBEG – ODE – PV Vlaanderen en Techlink: “De situatie voor nieuwe installaties vanaf 2021 blijft ongewijzigd. Om de klimaatdoelstellingen te halen zal verder moeten geïnvesteerd worden in zonnepanelen. FEBEG – ODE – PV Vlaanderen en Techlink hopen dat er een positief investeringsklimaat blijft. Nieuwe installaties blijven rendabel onder de huidige regels”.

Persrelaties

Marc van den Bosch, General manager FEBEG - 0497 30 98 79

Dirk Van Evercooren, Algemeen directeur ODE - 0478 55 04 80

Jan Caerels, Technology & Innovation Manager - Techlink – 0478 97 07 50

 

Over FEBEG, ODE en Techlink

De Organisatie Duurzame Energie (ODE) is de sectororganisatie voor duurzame energie in Vlaanderen. ODE verenigt 230 bedrijven, kenniscentra, universiteiten en lokale overheden. ODE is de belangrijkste hernieuwbare energie stakeholder voor de betrokken overheden. PV-Vlaanderen is het zonne-energie sectorplatform binnen ODE. www.ode.be

FEBEG, de Federatie van Belgische Elektriciteits- en Gasbedrijven, vertegenwoordigt de producenten van elektriciteit, de handelaars en leveranciers van elektriciteit en gas evenals de laboratoria in deze sectoren. FEBEG heeft 33 effectieve leden, die rechtstreeks meer dan 7.700 personen te werk stellen en een omzet van om en bij de 17,7 miljard EUR vertegenwoordigen. www.febeg.be

Techlink is de nationale beroepsfederatie voor Belgische technieken en installatiebedrijven - elektriciteit & HVAC (warmte, ventilatie, airconditioning en sanitair). Techlink vertegenwoordigt de belangen van meer dan 3.000 leden en vertaalt beleid op Europees, nationaal en lokaal niveau naar praktische handvaten voor Belgische installatiebedrijven. Als sectorfederatie is Techlink één van de leidende stemmen in het maatschappelijke debat over de energietransitie in België: van fossiele energiebronnen over hybride oplossingen tot hernieuwbare systemen, energiebeheer en -opslag. www.techlink.be 

 

[1] Met ‘prosument’ bedoelen we een gezin of bedrijf met een productie-installatie (meestal zonnepanelen) met een vermogen van minder dan 10 kVA.

[2]   Niet bij nieuwbouw (EPB vereisten)