Artikel
7 juli 2016

Op 13 mei 2016 heeft de CREG haar rapport over de deelname van flexibele vraag aan de Belgische elektriciteitsmarkten in België gepubliceerd. De CREG stelt een nieuw marktmodel voor dat eindverbruikers een centrale rol geeft in het systeem: de eindverbruiker houdt zelf zijn flexibiliteit in handen en kan zijn dienstverlener van flexibiliteit vrij kiezen, onafhankelijk van zijn elektriciteitsleverancier.

FEBEG verwelkomt het grondige studiewerk van de CREG, maar betreurt dat de CREG eerder dan voluit voor marktwerking te gaan een verregaande regulering voorstelt.

FEBEG vraagt zich af of wel voldoende is aangetoond dat de baten voor de eindafnemers als gevolg van deze regulering opwegen tegen de risico’s en nadelen van deze marktverstoring. België is immers – zonder regulering - één van de landen waar de flexibiliteit van de vraag het meest ontwikkeld is: Elia en de evenwichtsverantwoordelijken hebben nu reeds 1.600 MW vraagbeheer – meer dan 10 % van het piekverbruik in België – gecontracteerd. De marktomstandigheden (niveau van de prijzen, prijsverschillen, …) zullen bepalen of de flexibiliteit van de vraag zich verder ontwikkelt: het is trouwens belangrijk om op te merken dat vraagbeheer zelf de prijspieken afvlakt en daardoor alleen al de waarde ervan vermindert. Is het wel verantwoord – ook vanuit het oogpunt van kostenefficiëntie – om in deze zich ontwikkelende markt een artificiële tussenmarkt te creëren die leidt tot bijkomende transactiekosten en marktverstoring?

Het voorstel van de CREG laat toe dat een aggregator inbreekt in het contract tussen de leverancier en de eindverbruiker. De aggregator en de leverancier hebben de mogelijkheid hiervoor een passende financiële vergoeding te onderhandelen maar als dat niet lukt, zal een gereguleerde financiële vergoeding opgelegd worden. FEBEG heeft heel wat bezwaren tegen deze gereguleerde terugvalpositie. Wat is de stimulans voor beide partijen om toch tot een onderhandelde oplossing te komen? Wat rechtvaardigt dat een categorie van marktpartijen - de aggregatoren - wordt bevoordeeld door hen gratis een optie toe te kennen? Zij zullen de flexibiliteit immers pas activeren wanneer die meer waarde heeft dan de gereguleerde financiële vergoeding. Hoe zal vermeden worden dat dit leidt tot gaming en marktverstoring? Hoe kan een gereguleerde prijs op elk moment de echte waarde van flexibiliteit weerspiegelen? Kan de leverancier die een specifieke portefeuille van klanten en contracten heeft, wel correct vergoed worden door middel van een gereguleerde prijs?

Om deze redenen is FEBEG ervan overtuigd dat vraagbeheer – in een geliberaliseerde markt - een commerciële activiteit moet blijven. Dit betekent dat alle betrokken partijen vrij moeten kunnen onderhandelen om tot de meest geschikte oplossingen te komen op maat van de klant.