In Nederland loopt net zoals in België een belangrijk politiek debat over de vergoeding voor de energie die prosumenten in de distributienetten injecteren. Nederland heeft beslist om definitief af te stappen van het principe van de terugdraaiende teller (salderingsregeling), en dit in principe vanaf 2020. Deze beslissing werd genomen om een oversubsidiëring van dit circuit te vermijden. De diensten van de minister voor energie hebben berekend dat bij behoud van de terugdraaiende teller de ROI-termijn (return on investment, terugverdientijd) in 2025 op slechts 4 jaar zou terugvallen. De terugdraaiende teller wordt vervangen door een ‘terugleversubsidie’ waarvan het bedrag jaarlijks wordt geëvalueerd teneinde een ‘billijke’ terugverdientijd van 7 jaar te garanderen voor een standaardinstallatie met performante zonnepanelen. De uitvoering van de nieuwe benadering zal waarschijnlijk het voorwerp zijn van uitstel tot 2021, gezien de moeilijkheden die worden ervaren bij de implementering van het nieuwe principe.
In België pleit FEBEG voor de afschaffing van de terugdraaiende teller, zowel voor de energie- voordeelgedeelte als voor de netcomponent, gecombineerd met een beperkte investeringsondersteuning, en dit om de prosument een billijke terugverdientijd te gunnen. Dergelijke benadering stimuleert het gebruik van lokaal geproduceerde energie.