Artikel
20 januari 2022

Veel Belgische residentiële klanten geven de voorkeur aan energiecontracten met een vaste prijs. De CREG schat dat het gaat om 65% van de klanten, zowel voor gas- als voor elektriciteitscontracten.

het grote voordeel voor de eindgebruiker is de voorspelbaarheid van dit type tarief. Een dergelijk tarief betekent energiecomfort zonder grote budgettaire zorgen. De voorschotten zijn vast en de klanten zijn - bij gelijkblijvend verbruik - beschermd tegen slechte (of goede) verrassingen wanneer zij hun jaarlijkse afrekening ontvangen.

Dit is niet het enige voordeel voor de klant. Sinds enkele jaren biedt de Belgische wetgever de klant de mogelijkheid om op elk moment zijn contract met zijn leverancier eenzijdig op te zeggen, ongeacht het type contract (vast of variabel tarief), ongeacht de duur ervan, zonder enige opzeggingsvergoeding.

Bij een vast contract moet de leverancier zich houden aan de looptijd en de prijs van het contract. Hij moet de energie kopen om de klant tot het einde van het contract tegen de overeengekomen prijs te bevoorraden. De klant daarentegen kan op elk moment het contract verbreken. Voor zover wij weten, is er geen andere sector waar een zo’n onevenwichtige contractuele clausule van toepassing is.

Deze onevenwichtige contractuele situatie is uiteindelijk voor geen enkele partij goed. Het feit dat consumenten de vrije mogelijkheid heeft om wanneer hij wil zijn contract met een vaste prijs te verbreken, heeft perverse effecten. Het maakt het voor leveranciers moeilijk (of zeer duur) om producten met een vaste prijs op een voorzichtige manier te dekken, waardoor deze producten schaarser worden. Zeker tegen de achtergrond van de plotse prijsstijgingen sinds afgelopen zomer.

FEBEG vindt dat de mogelijkheid voor de klant met een variabel contract om de leverancier te allen tijde en zonder compensatie te verlaten, volledig legitiem en operationeel beheersbaar is. De aankoopstrategie ter dekking van de behoeften van de klant is aan dit soort contracten aangepast en het financiële risico voor de leverancier kan worden beperkt.

Een contract met vaste prijs moet echter voor beide partijen vast zijn. FEBEG pleit daarom voor de herinvoering van de wettelijke mogelijkheid om een (evenredige) verbrekingsvergoeding te vragen in geval van vroegtijdige beëindiging door de afnemer van een energieleveringscontract tegen vast tarief.

Ook de Europese wetgever voorziet deze mogelijkheid. Zo heeft elke leverancier de commerciële vrijheid om al dan niet een dergelijke verbrekingsvergoeding te vragen. De meeste Europese landen volgen dit beginsel.

Een dergelijke verbrekingsvergoeding heeft alleen betrekking op de energiecomponent van de factuur en op het verlies dat de leverancier lijdt op deze energiecomponent lijdt als gevolg van het vroegtijdige vertrek van de afnemer.

Marc Van den Bosch, general manager FEBEG: «Voor FEBEG is een contract van bepaalde duur met een vaste prijs bindend voor beide partijen. FEBEG vindt dat de herinvoering van de verbrekingsvergoeding voor contracten met een vaste prijs legitiem en noodzakelijk is om deze steeds schaarser wordende contracten, die zeer populair zijn bij de klanten te redden.»

Aanverwant artikel: Afschaffing verbrekingsvergoeding: goed of slecht voor de consument?