De CREG en de VREG publiceren elke maand nieuwe prijzen (inclusief BTW) van gas en elektriciteit. Uit de laatste door de VREG gepubliceerde cijfers blijkt dat de prijzen in april sterk zijn gestegen. Deze cijfers moeten echter met enige terughoudendheid worden bekeken:
- Het is een momentopname voor nieuwe contracten afgesloten in april op basis van de gemiddelde prijs per kWh van de tarieffiches die door de leveranciers deze maand worden gepubliceerd en aan de regulatoren worden meegedeeld, dit op basis van een vastgelegde methodologie. De prijs per kWh inclusief BTW op het moment dat de momentopname wordt gemaakt, wordt vervolgens vermenigvuldigd met het jaarverbruik in kWh van een gemiddeld verbruiksprofiel van elektriciteit en gas.
- In werkelijkheid worden alleen klanten die in de geanalyseerde maand een nieuw contract aangaan, potentieel blootgesteld aan een nieuwe prijs. Indien de klant een variabel contract heeft, wat momenteel het geval is in het merendeel van de nieuwe contracten, kunnen de prijzen in de volgende maanden en kwartalen veranderen, afhankelijk van het contractuele indexeringsritme, dat driemaandelijks of maandelijks kan zijn. Aangezien elke klant een verschillend verbruik heeft, zal de uiteindelijke jaarlijkse factuur evenredig zijn met dit specifieke verbruik en met de prijsschommelingen tijdens het contract (behalve voor contracten met een vast tarief).
- De CREG en de VREG extrapoleren de Btw-verlaging ook over een volledig jaar, aangezien zij rekening houden met een jaarlijks verbruiksprofiel. In werkelijkheid is het effect op de factuur van elke consument zeer verschillend, afhankelijk van de factuurdatum van de jaarafrekening en de tijdstippen waarop een Btw-verhoging of -verlaging heeft plaatsgevonden.
De prijzen voor april, berekend volgens het methodologisch charter, liggen aanzienlijk hoger dan die voor maart. Dit kan onder meer worden verklaard door een vertraging in de doorrekening van de prijsstijging op de groothandelsmarkten. De eindverbruikersprijzen in het eerste kwartaal van 2022 weerspiegelen dus nog voor een belangrijk deel de groothandelsmarktprijzen in het laatste kwartaal van 2021. Die van het tweede kwartaal van 2022 weerspiegelen ook reeds gedeeltelijk de groothandelsprijzen van het eerste kwartaal van 2022, toen Rusland Oekraïne binnenviel en er oorlog uitbrak. Dit conflict heeft geleid tot verdere scherpe prijsstijgingen voor alle tijdshorizonten, zowel op korte als op lange termijn.
Vanaf mei verandert de VREG haar methodologie voor de berekening en zal dus vanaf dan rekening houden met de forward prijzen. Het feit dat andere regulatoren (CREG, CWaPE, Brugel) hun prijzen blijven berekenen op basis van de laatste bekende parameters brengt incoherentie op de Belgische markt.
FEBEG pleit ervoor dat de regulatoren op gecoördineerde wijze hun methodologie aanpassen, rekening houdend met de forward-prijzen. Zo kan men komen tot een correctere raming van de jaarlijkse factuur die meer in overeenstemming is met de marktontwikkelingen.
De leverancier beschikt over de contractueel vastgelegde prijs en eventuele indexeringsparameters van zijn producten, en over het historisch of geraamd verbruik van de klant. Op basis daarvan berekent hij de voorschotten van zijn klanten zo nauwkeurig mogelijk en kan hij hen in de digitale klantenzone informeren over de wenselijkheid om de voorschotten aan te passen.