FEBEG werd onlangs gehoord door de Energiecommissie van het Vlaams Parlement over het ontwerpdecreet ‘digitale meters’ (bekijk hier de FEBEG-presentatie).
FEBEG vindt de implementatie van digitale meters fundamenteel om de energietransitie te vergemakkelijken. Daarnaast pleitte FEBEG eveneens voor dynamische leveranciersprijzen om het vraagbeheer en het eigenverbruik te stimuleren.
FEBEG gaf een uiteenzetting over de risico's die wegen op leveranciers, zoals bijvoorbeeld de toepassing gedurende 15 jaar van het principe van de terugdraaiende teller voor PV- en andere installaties (<10kW) die voor het einde van 2020 zijn geplaatst. In de zomer loopt de teller van prosumenten uitgerust met PV-systemen achteruit. In de winter draait hij vooruit. Uiteindelijk betaalt de prosument bijna geen energie op basis van deze compensatie. Gezien er seizoensgebonden prijsverschillen op de markten zijn, is het eigenlijk de leverancier die een soort gratis batterij bij de klant financiert.
In Vlaanderen hebben de overgangsmaatregelen tot 2020 betrekking op ongeveer 330.000 prosumenten. De gezamenlijke lezing van het decreet en de tariefmethodologie leidt tot een complexe situatie. FEBEG klaagt de arbeidsintensiteit van het handmatige factureringsproces aan dat met deze maatregelen gepaard gaat en de niet-toepasbaarheid ervan door de markt. Om deze situatie te verhelpen, heeft FEBEG alternatieve voorstellen voor deze overgangsmaatregelen geformuleerd.
Ten slotte is FEBEG van mening dat de verplichte terugkoop tegen een minimumprijs van de door prosumenten in het distributienetwerk geïnjecteerde energie (na 2020) in strijd is met de beginselen van de vrije markt en de vrije prijsvorming.