Oninbare netkosten, wat dekt dit precies? In 2013 moesten de Belgische energieleveranciers 37 miljoen € oninbare netkosten dragen voor elektriciteit en aardgas. Met netkosten worden niet alleen de pure netkosten voor het gebruik van het distributie-en transportnet bedoeld, maar ook alle toeslagen, heffingen en openbaredienstverplichtingen geïntegreerd in het nettarief (met uitzondering van de BTW en de Federale Bijdrage). Het gaat over 27 miljoen € voor elektriciteit en 10 miljoen € voor aardgas.

In het huidige leveranciersmodel neemt de energieleverancier de rol op van tussenpersoon voor de facturatie en de inning van de kosten in verband met het gebruik van het net (deze kosten omvatten niet alleen de tarieven voor het gebruik van de transmissie- en distributienetten, maar ook de toeslagen, heffingen en openbaredienstverplichtingen). Hierbij draagt de leverancier alle risico's in geval van wanbetaling, alsook alle administratieve kosten die met de facturatieprocessen gepaard gaan. FEBEG wenst dit model met één aanspreekpunt en één globale factuur naar de klant verder te zetten. Niet alleen is dit model economisch gezien het meest efficiënt, het is ook het meest eenvoudig en transparant voor de klant.

Nochtans, op vandaag is dit leveranciersmodel uit evenwicht geraakt en niet langer houdbaar voor de leveranciers omwille van meerdere redenen. Zo nemen de risico’s in geval van wanbetaling die dit model met zich brengt gestaag toe in omvang. In 2013 zijn de oninbare netkosten voor de gehele markt opgelopen tot € 37,2 miljoen. Ook de administratieve facturatiekosten zijn niet te verwaarlozen. Dit alles terwijl het aandeel van de energiecomponent in de factuur voortdurend daalt (bv. ongeveer 35% van het totaal bedrag van de elektriciteitsfactuur in Vlaanderen). Deze problematiek moet bekeken worden in het licht van de alsmaar dalende rentabiliteit van de energieleveranciers. In 2013 bedroeg de geaggregeerde nettowinstmarge van de 7 belangrijkste gas- en elektriciteitsleveranciers in België amper 0,3%, op basis van hun jaarrekening, (tegenover 2,2% in 2010).

Katharina Bonte, Advisor FEBEG: "Wij kennen geen enkele andere sector waarin een bedrijf gratis diensten levert aan een derde partij en bijkomend nog eens het financieel risico ervan moet dragen. De leveranciers kunnen deze verliezen niet langer blijven opstapelen gelet op hun slechte financiële resultaten".

De leveranciers vragen om dringend het evenwicht in het leveranciersmodel te herstellen door een vergoeding te voorzien voor hun rol als tussenpersoon. Die vergoeding zou enerzijds de risico's voor niet-betaalde facturen en anderzijds de veroorzaakte administratieve kosten moeten dekken. Op basis van het voorgaande vraagt FEBEG dus om het leveringsmodel bij te sturen en wettelijk te verankeren.