Artikel
26 juni 2020

'Standpunt FEBEG'


In het kader van de EU Green Deal worden de broeikasgasdoelstellingen voor Europa en de lidstaten opnieuw geëvalueerd. Eén zaak is zeker: minder ambitieus worden ze niet. De gas- en elektriciteitssector engageert zich om mee te werken aan de reductie van broeikasgassen. De decarbonisatie van de brandstoffen is een essentieel deel van de energietransitie. De sector kijkt daarbij naar zowel de eigen installaties als die van zijn klanten. De broeikasgasdoelstellingen voor 2030 en 2050 kunnen we enkel bereiken met behulp van meerdere, complementaire oplossingen. Energie-efficiëntie is vaak de meest doeltreffende en kosten efficiëntste manier om de koolstofintensiteit va de economie te verlagen. FEBEG denkt dat we vandaag reeds moeten werken op basis van bestaande en competitieve technologieën. Innovatie zal ons bijkomende mogelijkheden geven om dit ambitieus project te laten slagen tegen 2050. Als we vandaag spreken over hernieuwbare energie denken we vaak automatisch aan hernieuwbare elektriciteit, maar we zijn ervan overtuigd dat ook hernieuwbaar gas en koolstofneutraal gas een cruciale en complementaire rol gaan spelen in de transitie naar een koolstofneutrale maatschappij.

Gas en elektriciteit moeten snel de brandstoffen met hogere koolstofintensiteit vervangen. De uitstoot van CO2, van verzurende stoffen en van fijnstof kan snel teruggeschroefd worden door van aardolie over te stappen naar aardgas en/of elektriciteit bijvoorbeeld in industriële processen en mobiliteit, en door de verouderde installaties, zoals verwarmingsinstallaties te vernieuwen.

Elektriciteit en gas zijn complementair: we hebben meer dan ooit stuurbare capaciteit nodig, in de vorm van zowel elektriciteitsproductie, opslag als vraagbeheer. De elektriciteitscentrales op gas maken deel uit van de oplossing, brengen flexibiliteit in het elektriciteitssysteem, en kunnen op langere termijn worden gevoed met hernieuwbaar of koolstofarm gas. Het zijn dus investeringen voor de toekomst.

Elektriciteit en gas worden beiden koolstofarm. De CO2-uitstoot als gevolg van elektriciteitsproductie is in Europa sinds 1990 met 43 % gedaald, en in België zelfs met 53 %. De gasindustrie zal tegen 2030-2050 in diezelfde richting evolueren, met een progressieve omschakeling van aardgas naar hernieuwbaar gas of koolstofneutraal gas: biogas, groene waterstof uit hernieuwbare elektriciteit ('Power-to-Gas’), koolstofneutraal gebruik van aardgas via technologieën voor opvangen en stockeren/of hergebruiken van CO2.

Groen gas versterkt de hernieuwbare elektriciteit. De toename van hernieuwbare energiebronnen is uitstekend nieuws, maar de productie van elektriciteit opgewekt met wind en zon blijft een variabel gegeven. De productie van groen gas op basis van hernieuwbare energie maakt tijdelijke opslag van grote energievolumes mogelijk. Zo zal de productie van groen gas de forse toename van variabele hernieuwbare energiebronnen ondersteunen.

De Duitse regering heeft dit potentieel aangegrepen door onlangs een grootschalig steunplan aan te kondigen voor de ontwikkeling van een waterstofindustrie die wereldleiderschap ambieert.  Ook Nederland toont zich ambitieus op vlak van waterstof. FEBEG roept de regeringen op om in de Belgische energietransitieplannen voldoende ambitie te tonen voor de ontwikkeling van hernieuwbaar en koolstofarm gas en om ten volle gebruik te maken van Europese steunmechanismen om concrete projecten hierrond in België te ontwikkelen. België heeft alle nodige knowhow, infrastructuur en bedrijven in de volledige keten om hier een toonaangevende speler rond te kunnen worden.

NB: Download de brochure ‘Elektriciteit, energie-efficiëntie en gas: De weg naar de Belgische energietransitie’ en raadpleeg meer informatie en business cases op onze website.

 

 

      Marc Van den BoschGeneral Manager
FEBEG vzw

Lees meer over dit thema: