Artikel
17 september 2025
Afbeelding

De Belgische politieke rentrée wordt gekenmerkt door de heropleving van het debat over het sociaal tarief voor elektriciteit en gas. Op verzoek van de parlementaire commissie Energie, Leefmilieu en Klimaat heeft de CREG onlangs een advies gepubliceerd over de mogelijke hervormingspistes ervan in het kader van een voorstel van resolutie ingediend door de volksvertegenwoordigers Tine Gielis en Nathalie Muylle (CD&V).

Het huidige sociaal tarief is uitsluitend gebaseerd op het sociale statuut. Hoewel dit een geautomatiseerde toekenning mogelijk maakt – wat een onmiskenbaar voordeel is op het vlak van administratieve efficiëntie – leidt het ook tot ongelijkheden tussen huishoudens met vergelijkbare inkomens en beperkt het een meer gerichte ondersteuning. De CREG benadrukt dat dit systeem beter kan door inkomenscriteria te integreren zoals het plafond van de verhoogde tegemoetkoming van het RIZIV, dat reeds op nationaal niveau wordt gebruikt

Het advies van de regulator over deze evolutie is positief, maar roept op tot voorzichtigheid. De CREG waarschuwt voor een te grote administratieve complexiteit en stelt voor om het systeem te beperken tot twee categorieën van begunstigden. Ze is geen voorstander van het vervangen van het sociaal tarief door een moduleerbare premie gekoppeld aan de energieprijzen, omdat dit kan leiden tot een vermindering van de bescherming waar begunstigde klanten momenteel van genieten.

FEBEG verwelkomt de publicatie van dit advies en de lopende politieke discussies. Zij pleit al jaren voor een hervorming van het sociaal tarief, en is van mening dat een meer gericht en flexibel systeem noodzakelijk is. FEBEG ondersteunt het idee van een sociale premie, waardoor begunstigden een commercieel contract kunnen behouden en tegelijkertijd directe steun ontvangen. Deze aanpak heeft als voordeel dat dit de concurrentiedynamiek van de markt vrijwaart, terwijl kwetsbare huishoudens doeltreffend worden beschermd.

FEBEG wil ook de aandacht vestigen op een dimensie die in de huidige analyses soms over het hoofd wordt gezien: de ongelijke behandeling tussen verschillende energiedragers. Terwijl er een sociaal tarief bestaat voor gas en elektriciteit, is er voor andere energiebronnen die  huishoudens vaak gebruiken slechts een beperkte sociale steun (mazout) of zelfs geen specifieke steun (hout, pellets, steenkool).

Deze ongelijkheid creëert verschillen tussen mensen in vergelijkbare situaties, vooral onder kwetsbare groepen. FEBEG verdedigt daarom het idee van een sociale premie die wordt toegekend aan iedereen in eenzelfde situatie, ongeacht de gebruikte energiebron. Een dergelijke maatregel zou de rechtvaardigheid versterken zonder het systeem verder te compliceren.

FEBEG benadrukt ook twee fundamentele principes: 

  • Het recht van elke klant om een product te kiezen dat is afgestemd op zijn behoeften, zonder discriminatie bij de toegang tot marktproducten.
  • Het behoud van een efficiënte automatisering, die niet alleen de toekenning van steun vereenvoudigt, maar ook de werkingskosten voor alle betrokken partijen verlaagt: overheden, regulatoren, leveranciers en klanten.

We willen eraan herinneren dat sociale energiepremies reeds bestaan in bepaalde landen, zoals Frankrijk, waar de steun rechtstreeks aan de rechthebbende huishoudens wordt uitgekeerd, ongeacht de gekozen leverancier. Deze modellen tonen aan dat het mogelijk is om sociale gerichtheid, keuzevrijheid en administratieve efficiëntie te combineren. Ze maken het ook mogelijk om de steun, indien nodig, te organiseren voor een breder scala aan energiebronnen (bijv. mazout, pellets, brandhout).

Elke hervorming van het sociaal tarief vereist investeringen op het vlak van IT, administratie en personeel. FEBEG roept op tot nauwe samenwerking tussen de autoriteiten, regulatoren en sectoractoren om een pragmatische, efficiënte en rechtvaardige uitvoering te garanderen. 

Lees meer over dit thema: