Zorg ervoor dat hernieuwbare en koolstofarme energie de eerste keuze zijn voor huishoudens, zowel op vlak van milieu als op basis van kosten.
Vandaag wordt het gebruik van gedecarboniseerde energiedragers fiscaal onvoldoende gestimuleerd.
Elektrificatie van het transport en van verwarming van gebouwen is een belangrijk deel van de oplossing, maar op dit moment is elektriciteit vaak de duurste optie. We moeten de energietransitie bevorderen door de hoge lasten op elektriciteit te verminderen.
Die lasten hinderen noodzakelijke investeringen in duurzamere energiebronnen.
Herleid de elektriciteitsfactuur tot de energiecomponent en de kosten voor transport en distributie. Financier het sociaal beleid en het ondersteunings-beleid voor hernieuwbare energie uit algemene middelen. Het is essentieel om alle energiedragers te belasten in functie van hun CO2-gehalte.
Overheden hebben de sleutel in handen
De federale staat en de gewesten hebben aparte fiscale bevoegdheden met betrekking tot energie.
Het is van essentieel belang om een gecoördineerde aanpak van de belastingheffing tussen de verschillende overheidsniveaus te ontwikkelen om hernieuwbare en koolstofarme energie te bevorderen.
- Federale staat: met de recente hervorming van de accijnzen op elektriciteit en gas beschikt de federale staat over een flexibel instrument om de energiebelasting aan te passen.
- Regio's: de regio's kunnen de ODV's (openbare dienstverplichtingen) wijzigen en zullen uiteindelijk de koolstofbelasting in de regionale wetgeving moeten implementeren (EU-ETS II. zie details in het onderstaande kader).
FEBEG roept de federale en gewestelijke overheden op om een transparante strategie en een duidelijk tijdschema uit te werken rond een nieuwe, verantwoorde energiefiscaliteit. Dit zijn de belangrijkste elementen van een dergelijke strategie:
- Voorspelbaarheid van de belastingen (taksen, accijnzen en ODV’s) op lange termijn;
- Een transparante rapportering van de regulatoren over alle kosten die vandaag via de energiefactuur worden doorgerekend en voorstellen tot alternatieve financieringspistes;
- Het herleiden van de elektriciteitsfactuur tot de essentie, inclusief een duidelijke visie en tijdslijn voor het verlagen van de talrijke kosten op elektriciteit;
- Logische taksen, gebaseerd op de CO2-uitstoot en milieu-impact van de energiebron;
- Duidelijke becijfering van de financiële impact die een hervorming van de energieheffingen op de factuur van gezinnen heeft;
- Bijzondere aandacht voor regressiviteit waarbij gezinnen met lage inkomens sterker getroffen worden: begeleidende financiële steunmaatregelen voor kwetsbare consumenten;
- Voldoende sensibilisering van en informatieverstrekking aan burgers over deze impact zodat zij er rekening mee kunnen houden bij belangrijke beslissingen zoals de renovatie van een woning, in samenwerking met onder meer elektriciteitsleveranciers en energiehuizen;
- Een parallel kader dat energie-efficiënte investeringen aanmoedigt, bijvoorbeeld via premies voor kwetsbare groepen;
- Een parallel kader dat verhuurders aanmoedigt om te investeren in de energie-efficiëntie van hun gebouwen;
- Een voorbeeldfunctie voor sociale huisvesting wat betreft energie-efficiëntie
EU-ETS II
FEBEG volgt de kwestie van de koolstofprijs op de voet, zowel op Europees als op Belgisch niveau.
Het emissiehandelssysteem van de Europese Unie (EU-ETS) is geëvolueerd om specifieke maatregelen voor o.a. de transport -en gebouwensector (verwarming) te omvatten, als onderdeel van de algemene inspanningen om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen.
FEBEG roept de Belgische regering op om de Europese agenda te respecteren en de EU-ETS II binnen de voorgeschreven termijn om te zetten in Belgische wetgeving.
Dit zijn de belangrijkste besluiten en hervormingen die relevant zijn voor de transport- en gebouwensector:
1. Uitbreiding van het EU-ETS-systeem (ETS II): Tegen 2027 wordt het EU-ETS uitgebreid tot emissies van de tranport- en bouwsector (bekend als ETS II). Dit betekent dat emissies van personenauto's, vrachtwagens en gebouwen onder een systeem van emissierechten zullen vallen. Bedrijven die in deze sectoren actief zijn, zullen emissierechten moeten kopen om hun CO2-uitstoot te dekken, wat een stimulans is om de uitstoot te verminderen.
2. Toewijzing van emissierechten: In het begin worden de rechten geleidelijk toegewezen om een plotselinge economische schok te voorkomen. De betrokken sectoren krijgen gratis rechten in een eerste periode, waarna veilingen worden gebruikt om de resterende rechten te bepalen. Een geleidelijke vermindering van het aantal rechten, waardoor de prijs van koolstof stijgt en emissiereducties worden aangemoedigd.
3. Stabilisatiemechanisme of "marktstabilisatiereserve" (MSR): Er wordt een mechanisme ingesteld om overtollige emissierechten te absorberen en het aanbod aan te passen aan marktschommelingen, waardoor de koolstofprijs wordt gestabiliseerd en er effectieve stimulansen voor emissiereducties blijven bestaan.
4. Reductiedoelstellingen: De emissiereductiedoelstellingen zijn afgestemd op de klimaatverbintenissen van de EU, met als doel de uitstoot van broeikasgassen tegen 2030 met 55% te verminderen ten opzichte van 1990, en tegen 2050 koolstofneutraal te zijn.
5. Compensatie- en steunmaatregelen: Er worden maatregelen overwogen om huishoudens met een laag inkomen en kleine bedrijven te helpen zich aan te passen aan de extra kosten die gepaard gaan met emissierechten, om de sociale en economische gevolgen van de overgang te verzachten.
De opname van de transport- en gebouwensector in de EU-ETS is een cruciale stap in de verwezenlijking van de klimaatdoelstellingen van de EU, door financiële stimulansen te creëren om deCO2-uitstoot in deze cruciale sector te verminderen.