Artikel

De Europese elektriciteitssector kan koolstofvrij zijn tegen 2045

08/01/2019

De Europese elektriciteitssector kan volledig koolstofvrij zijn vóór 2050, de doelstelling die werd vastgelegd in het Akkoord van Parijs, en dit dankzij een forse elektrificering van de belangrijkste economische sectoren. Dat blijkt uit het tweede deel van het Eurelectric-onderzoek “Decarbonisation Pathways”.

Er zullen meer investeringen nodig zijn in de hernieuwbare energie en in de netten, maar de totale kostprijs voor de overstap naar koolstofvrije energie zal lager zijn dan de prognoses, dankzij de concurrentiëlere kostprijs van de hernieuwbare energie.

De studie van Eurelectric (waarvan FEBEG lid is) werd voorgesteld tijdens een high-end event op 27 november in aanwezigheid van de vicevoorzitter van de EU, Maroš Šefčovič, het hoofd van de AIE, Fatih Birol, en meerdere belangrijke CEO’s uit de energiesector. Ze stipuleert dat minstens 60% van de Europese economie tegen 2050 geëlektrificeerd zou moeten zijn om de uitstoot van broeikasgassen met 95% te verminderen tegenover 1990. Er zullen jaarlijkse investeringen van gemiddeld 89 à 111 miljard euro nodig zijn om de elektriciteitssector en andere segmenten van de EU-economie (zoals transport, bouw en industrie) koolstofvrij te maken. Er zullen ook investeringen nodig zijn om de interconnecties van de elektriciteitsnetten in Europa te versterken en om de distributienetten te versterken.

Het onderzoek ontwikkelt concrete denksporen rond de werkwijze om de visie van Eurelectric te realiseren en dus ruim voor het midden van de eeuw tot een volledig koolstofvrije Europese sector te komen en de doelstellingen van het Akkoord van Parijs te realiseren. Volgens de conclusies van het onderzoek zal het rendabele proces tot in 2045 afhangen van vier kernelementen:

  1. de levering van elektriciteit met meer dan 80 % hernieuwbare energie;
  2. diversificatie van de energiebronnen om de betrouwbaarheid en flexibiliteit van het net te garanderen;
  3. In elk scenario is er een grote rol voor conventionele productie (gas) als noodzakelijke back-up voor de hernieuwbare productiebronnen
  4. Er is eveneens een belangrijke rol voor in ontwikkeling zijnde technologieën weggelegd, met name power-to-x, waterstof en baterijen.  

De studie toont dat elk Europees land zijn eigen weg en zijn eigen investeringsbehoeften heeft om te komen tot een volledig koolstofvrije toestand, en dit wegens de verschillende bestaande elektriciteitscombinaties en de beschikbare resources.