Artikel

Wind heeft nood aan investeringszekerheid

08/05/2024

Stijgende kosten, onzekere inkomsten. Dat is kort samengevat het toekomstbeeld waar de Vlaamse onshore windprojecten tegen aan kijken. Studiebureau 3E onderzocht in opdracht van FEBEG en VWEA/ODE de investeringszekerheid voor nieuwe onshore windprojecten na 2023.

Daaruit blijkt dat investeerders kampen met stijgende kosten. De turbineprijzen gingen in 2021-2022 met 30 tot 40% de hoogte in. Die evolutie wordt in Vlaanderen nog versterkt door hoogtebeperkingen, waardoor veel ontwikkelaars kleinere turbines moeten plaatsen dan wat mogelijk was. De kosten voor beheer en onderhoud stegen met een derde; en ook de kapitaalkosten klommen.

Het gevolg van dit alles is dat de LCOE, de levelized cost of electricity, nu uitkomt op 73 tot 85 euro per megawattuur (MWh), 31% hoger dan de LCOE tijdens de periode 2016-2020. De LCOE is de gemiddelde opbrengst die nodig is om de kosten van het bouwen en exploiteren van een turbine terug te verdienen.

Daartegenover staan onzekere inkomsten: de verwachte marktprijzen komen uit op 59 tot 78 euro per MWh, zonder garantie dat de prijzen op de korte-termijnmarkt gedurende 20 jaar het beoogde niveau zullen halen op de momenten van windproductie. Bovendien blijft het ontwikkel- en vergunningsrisico hoog, met tal van projecten, en is er een gebrek langetermijncontracten in de markt. Daar waar verkopers of investeerders termijncontracten van 10-20 jaar willen aangaan, willen kopers eerder contracten met een duurtijd van 2-3 jaar, en een commerciële korting voor contracten van lange termijn.

Marc Van den Bosch, general manager FEBEG: “Indien de overheid als doelstelling heeft om wind op land verder te blijven ontwikkelen, blijft er een mechanisme nodig is dat het prijs- en investeringsrisico dekt, en de marktinkomsten aanvult indien deze onvoldoende blijken.”

De vaststellingen van 3E gelden niet alleen voor Vlaanderen. Veel West-Europese landen blijven via verschillende formules investeringszekerheid bieden aan de ontwikkelaars van onshore windprojecten. Die maatregelen passen ook binnen de bestaande Europese regelgeving, en ondersteunen de Europese ambitie om klimaatneutraal te worden tegen 2050.

FEBEG en VWEA pleiten er daarom voor dat, in afwachting van een mogelijk nieuw systeem, de huidige hoogte van de ondersteuning voor onshore wind wordt herbekeken. Zoniet is het onwaarschijnlijk dat de marktwaarde van de stroom uit windenergie afdoende zal zijn om nieuwe onshore-windinvesteringen in Vlaanderen gefinancierd te krijgen en terug te verdienen. Dit zou niet enkel een negatieve impact hebben op de investeerders van windenergie, maar ook op de Vlaamse doelstellingen voor windenergie.