FEBEG waterstof visie voor België
Waarom waterstof?
Het verminderen en gradueel neutraliseren van de CO2-uitstoot in sectoren en toepassingen waar elektrificatie en energie-efficiëntie slecht gedeeltelijke kunnen instaan voor het behalen van de klimaatobjectieven.
Recentelijk werd waterstof nog naar voren geschoven in de Contextanalyse en roadmapstudie in opdracht van Vlaio dat inzicht geeft in een aantal transitiepaden naar een koolstofciruclaire en CO2-arme Vlaamse industrie. Waterstof wordt daarbij als grondstof én brandstof naar voren geschoven als molecule die kan bijdragen aan de decarbonisatie van de industrie. Daarnaast zal waterstof of waterstof derivaten ook een belangrijke rol gaan spelen in transport en mobiliteitstoepassingen.
Het aanbieden van bijkomende netflexibiliteit door het aanbieden van balanceringsdiensten.
Doordat elektronen veel minder eenvoudig in grote hoeveelheden en op lange termijn op te slaan zijn als moleculen, kan waterstof eveneens een belangrijke rol spelen in het balanceren van, met name, het elektriciteitsnet. Op die manier kunnen bovendien belangrijke investeringen vermeden worden in zowel het elektriciteits- als het gasnetwerk. Bovenstaande aanpak is ook terug te vinden in heel wat buitenlandse projecten.
1. Ontwikkeling van een lange termijnstrategie
Elk langetermijnplan vereist een duidelijke visie, een zicht op de horizon dat ervoor zorgt dat duidelijke en gedefinieerde doelen voor ogen gehouden worden, waar diverse stakeholders zich achter kunnen scharen en gezamenlijk naartoe kunnen werken. We pleiten ervoor dat de overheid samen met de betrokken stakeholders deze taak op zich neemt en op korte termijn werk maakt van duidelijke roadmaps waarin de rol van waterstof wordt gedefinieerd.
2. Stimuleren van vraag en aanbod
Hernieuwbare en koolstofarme waterstof technologieën zijn beschikbaar en zullen nodig blijken. Het is essentieel om nu in te zetten op de uitrol van proefprojecten en de ondersteuning hiervan zodat de nodige expertise opgebouwd kan worden.
3. Aanpassen van bestaande infrastructuur en onderzoeken van nieuwe infrastructuur
We weten dat we voor grote uitdagingen staan inzake infrastructuur. Het elektriciteitsnet zal veel meer elektriciteit moeten gaan vervoeren, er zal rekening gehouden moeten worden met een steeds toenemende intermittentie van de elektriciteitsbronnen. De interactie tussen het aardgasnet en het elektriciteitsnet zal in toenemende mate belangrijke worden door de power-to-gas-toepassingen. Hoe het bestaande aardgasnet daarin ingeschakeld kan worden en of er nieuwe infrastructuur nodig is, zal grondig onderzocht moeten worden.
4. De ontwikkeling van een regulatoir kader dat gestoeld is op de principes van de liberalisering
De elektriciteits- en de gasmarkt kende einde jaren 90, onder Europese impuls, een liberaliseringen waarbij bepaalde activiteiten onverzoenbaar met elkaar geacht werden en hierdoor van elkaar gesplitst. We geloven dat de energiemarkt hieruit belangrijke lessen getrokken heeft en nog kan trekken. We pleiten er daarvoor sterk voor om fundamentele principes zoals de onverenigbaarheid van productieactiviteiten enerzijds en anderzijds de rol van nationaal of regionaal netwerkexpoitant.
5. Het ontwikkelen van productnormen die de uitrol van waterstof ondersteunen
Waterstof zal niet enkel lokaal geproduceerd worden, het is daarom essentieel om een goede marktwerking te ontwikkelen (dat werd in bovenstaande punten reeds aangekaart), maar om deze marktwerking te bekomen zijn er een resem ondersteunende normen nodig. Zo is het voor de grensoverschrijdende handel van waterstof bv essentieel om een performant systeem garanties van oorsprong op te zetten waardoor bewijs van het hernieuwbaar of koolstofarm karakter geleverd kan worden en dit op basis hiervan ook gevalideerd kan worden.