Marktmodel

Disproportionele factuur
Uit een studie die in 2015 door FEBEG werd uitbesteed aan Accenture bleek dat de proporties van de verschillende componenten van de elektriciteitsfactuur (energie, transport- en distributiekosten, taksen en heffingen, openbare dienstverplichtingen, …) deze laatste jaren drastisch geëvolueerd zijn. Tien jaar na de invoering moet het huidige marktmodel verbeterd en evenwichtiger worden.
Impact op de leveranciers en de klanten
Het economisch efficiënte model van de unieke factuur moet behouden blijven ten gunste van de klanten. Voor de leveranciers is het echter onbillijk geworden: de verhouding van de component energie op de factuur vermindert, en die van de nettarieven, taksen en heffingen verhoogt constant. De administratieve kosten van het leveranciersmodel en de onbetaalde bedragen die gedragen worden voor rekening van derden bedroegen 204 miljoen € in 2014 (bij de vijf grootste leveranciers). Dat beïnvloedt de rentabiliteit en de werking van de leveranciers en indien de situatie niet verandert zou dit op termijn een impact kunnen hebben voor hun klanten: minder middelen om te innoveren, minder prijsdifferentiatie, minder concurrentie wegens het eventueel verdwijnen van bepaalde actoren…
De kosten verminderen en het evenwicht herstellen van het factuurmodel
Om deze situatie recht te zetten stelt FEBEG een reeks concrete acties voor.
1. Het proces van een unieke factuur (model SPOC) behouden, want het is het meest transparante en het meest rendabele model. 2. De inningsprocedures optimaliseren om een opeenstapeling van schulden te vermijden. Dit kan via het verkorten van de inningsperiode door sneller budgetmeters te installeren en door een dynamische samenwerking met de sociale instellingen te voeren. 3. Het mechanisme van het sociaal tarief vereenvoudigen via een complete automatisering, het verkorten van de periode van vóórfinanciering en een flexibilisering van de conformiteitscontrole door de CREG. 4. Elke nieuwe reglementering analyseren en evalueren waarbij bijvoorbeeld geverifieerd wordt of een specifieke heffing wel degelijk op zijn plaats is op de energiefactuur en door na te kijken, op basis van een kosten/baten analyse, of dit de meest efficiënte oplossing is. 5. De federale en regionale wijzigingen aan het systeem coördineren door bundeling van een beperkt aantal maatregelen binnen een voldoende vastgestelde invoeringstermijn.Hoe de kosten verminderen?
Hoe kunnen we het evenwicht herstellen tussen de verschillende actoren?
6. Er zorg voor dragen dat elke actor van de energieketen (leveranciers, overheid, transport, distributie) zijn eigen lasten en risico’s draagt.
7. Het sociaal tarief kostenneutraal maken, zonder te raken aan de sociale klant. Hiervoor moet rekening gehouden worden met de verschillende verplichtingen van regionale quota voor de groene certificaten en een compensatie voorzien voor de administratieve kosten.
8. De wet m.b.t. het beheer van de groene certificaten zodanig uitvoeren dat de leveranciers de administratieve kosten kunnen doorrekenen.